Iedere Google Analytics gebruiker werkt met minimaal één account, één property en één dataweergave.
De meeste gebruikers werken er met meer. Het eerste element dat vaak wordt toegevoegd is een dataweergave met filters. Hiermee kun je verkeer dat niet afkomstig is van relevante doelgroepen, zoals jezelf, je collega’s, siteontwikkelaars en spammers uitsluiten.
Wordt er al gefilterd en bestaat er maar één dataweergave, dan wordt vaak een dataweergave zonder filters (backupweergave) aangemaakt. Hierdoor is data niet altijd verloren als de filterconfiguratie verkeerd uitpakt.
Het belang van naamgeving
Naarmate het gebruik van Google Analytics toeneemt, neemt het aantal accounts, properties en dataweergaven toe. En hoe meer er gebruikt worden, hoe belangrijker naamgeving. Dit omdat je op basis van namen kiest:
- welke dataweergave gebruikt moet worden voor welke analyse
- welk property toebehoort aan welke site(s) of app(s)
- welk account de gezochte properties en dataweergaven bevat.
Om goed te kunnen kiezen, dienen vragen zoals onderstaande beantwoord te worden.
- Welke data is beschikbaar?
- Over welke periode?
- Van welke sites?
- Welke site onderdelen?
- Hoe is de data gefilterd?
- In welke weergave staan de conversiepercentages van alleen de macrodoelen?
Hoe onduidelijker de naamgeving van alle gebruikte accounts, properties en dataweergaven, hoe meer van dit soort vragen beantwoord moeten worden door eigen onderzoek, hoe meer tijd het kost om de data te (leren) gebruiken.
Daarnaast zorgt onduidelijke naamgeving voor een groter risico op misinterpretaties zoals:
- data van site X ook meegenomen terwijl dat niet het geval is.
- Y conversies in de eerste week, terwijl een hele reeks testconversies is inbegrepen.
- data zo goed als spam vrij, terwijl dat niet het geval is.
Resultaat in het gunstige geval: Verloren tijd omdat tijdens de analyse is ontdekt dat de onjuiste data is gebruikt, waardoor de analyse opnieuw is gedaan.
Resultaat in het ongunstige geval: Verkeerde conclusies en verkeerde beslissingen omdat de data verkeerd is geïnterpreteerd.
Hoe zorg je voor goede naamgeving?
Net als naamgeving in code (en Google Tag Manager configuraties) gaat het niet zozeer om de gekozen waarden zelf, maar om de duidelijkheid, consistentie en leesbaarheid van alle waarden individueel en gezamenlijk.
Momenteel pas ik onderstaande regels toe bij de naamgeving van nieuwe implementaties. Onderzoek welke regels de naamgeving van jouw account kunnen verbeteren. Pas de regels toe die jou helpen, sla de regels over die jou niet helpen, en laat je inspireren. Het doel is immers geen precieze instructie opvolgen, maar een voor jouw organisatie duidelijke en consistente structuur die door alle medegebruikers begrepen wordt.
Namen voor accounts
- Gebruik de volledige naam van je organisatie.
- Als één account gebruikt wordt, hou het dan bij de naam van je organisatie (bijv: Webanalisten).
- Als meerdere accounts gebruikt wordt, voeg dan per naam een onderscheidende tekst toe dat duidelijk maakt welk soort properties het account bevat (bijv: Webanalisten | Sites + Webanalisten | Tests).
- Als een account niet meer gebruikt wordt, en waarvan de dataweergaven alleen archiefdata bevatten, benoem dit dan in de naam van het account en benoem over welke periode data beschikbaar is (bijv: Webanalisten | Sites | 2012 t/m 2014).
Namen voor properties
- Als één hostname wordt gebruikt, hou het dan bij dat hostname (bijv: www.webanalisten.nl).
- Als meerdere hostnames op één domein worden gebruikt, noteer dan op de plek van het subdomein een * als wildcard en noteer het domein (bijv: *.webanalisten.nl).
- Als meerdere domeinen worden gebruikt, benoem ze dan in een bondige tekst (bijv: www.webanalisten.nl + onlineoptimizers.eu).
- Als een property niet meer gebruikt wordt, en waarvan de dataweergaven alleen archiefdata bevatten, benoem dit dan in de naam van de property en benoem over welke periode data beschikbaar is (bijv: www.webanalisten.nl | 2012 t/m 2014).
Namen voor dataweergaven
- Start iedere dataweergavenaam met een letter dat aangeeft voor welk doeleinde het bestaat. Gebruik de letter A als de weergave gebruikt wordt voor analyse, B als de weergave bestaat als backup, D als het voor debugging wordt gebruikt, T als een configuratie getest wordt, en Z als de dataweergave archiefdata bevat.
- Plaats in de analyse weergaven direct na de letter een cijfer, zodat makkelijker gerefereerd kan worden na weergaven (weergave B1 communiceert makkelijker dan weergave alle websitegegevens).
- Zorg dat iedere weergave een unieke letter/cijfer combinatie heeft (weergave B1 communiceren werkt niet als twee weergavenamen beginnen met B1).
- Benoem per analyseweergave (A) in één tot drie steekwoorden de configuratie die het bevat.
- Benoem per analyseweergave (A) de datum wanneer de dataverzameling gestart is.
- Benoem per testweergave (T) in één tot drie steekwoorden de configuratie die getest wordt.
- Benoem per archiefweergave (Z) in één tot drie steekwoorden de configuratie die gebruikt was.
- Benoem de periode waarin de archiefweergave (Z) van toepassing was.
Tot slot: Naamgeving en context
Wat naamgeving goed maakt is deels contextafhankelijk. Wordt er bijvoorbeeld gewerkt met een nieuw account waarbij alle dataweergaven op hetzelfde moment zijn aangemaakt, dan heeft het minder toegevoegde waarde om per dataweergave aan te geven op welke datum deze is aangemaakt. Bevat het account dataweergaven aangemaakt op verschillende momenten, dan heeft het toevoegen van de data veel nut.
Denk ook aan taalgebruik en notaties. Als je graag met omgekeerde datumnotatie werkt (2015-10-31 om 31 oktober 2015 te noteren) dan is dat prima, maar snappen medegebruikers wat je bedoeld? Onbegrepen namen zijn niet informatief en dus ineffectief.
Samenvatting
Iedere Google Analytics gebruiker werkt met een accountstructuur.
In deze blogpost is uiteengezet wat het belang is van de naamgeving van deze accountstructuur.
Verder zijn een aantal regels aangereikt die gebruikt kunnen worden om duidelijke, consistente, leesbare namen te maken voor je Google Analytics account, properties en dataweergaven.
Na de regels is opgemerkt dat wat naamgeving goed maakt verschilt per context.
Discussie
Graag lees ik welke naamstructuren jij gebruikt en waarom. Laat een reactie achter als je dit wilt delen, een vraag hebt, en/of een verbeterpunt ziet in de regels die ik hanteer.